30 Mi l 1800. ±20 registers en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aanleiding gegeven, terwijl de ontvangsten over de dienstjaren 1895 en 189(1 hebben bedragen /'685 319,72 en de uitgaven /'614264,30, zoodat in kas moest zijn een bedrag van 71 055,42. Ten kantore van den ontvanger is aanwezig bevonden eene som van 43 940.92, welke som met het saldo, bij de Am- sterdamsclie bank tot betaling van coupons en uitgeloste obligation ad /'27 114.50, overeenstemt met liet hiervoor genoemde voordeelig saldo. ])e voorzitter stelt voor dit proces-verbaal voor kennis geving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 4. Schrijven van liet burgerlijk armbestuur te Breda. d.d. 21 Mei 1896. n°. 39, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening en verantwoording der administratie van voor meld bestuur over 1895, vergezeld van de daarbij behoorende bewijsstukken. De voorzitter geeft in overweging deze stukken tot onderzoek te stellen in banden eener commissie van drie leden. De raad, gehoord liet betrekkelijk voorstel van den heer Van Aken, verzoekt den voorzitter die commissieleden te willen aanwijzen. Daarop worden door den voorzitter gekozen de heeren mr. A. Reigersman, A. J. A. Versciiraage en F. .1. M. 11 ei.it,aerts, welke heeren zich de op hen uitgebrachte keuze laten welgevallen. 5. Schrijven van den heer A. ,1. Rees, daarbij tot onder zoek aanbiedende zijne geloofsbrieven en bijbelioorende stukken, dienende tot toelating als lid van den raad dezer gemeente, waartoe hij op 19 Mei 1896 verkozen is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 229