no Mm 1890.
Wanneer het plan van clen minister doorgaat, dan vervalt
ook de door Breda toegezegde bijdrage.
Volgens spreker beeft de strekking van bet adres der ge
meente Tilburg ten doel. om het oorspronkelijk geprojecteerd
plan te handhaven. Is het lireda ernst geweest met de
toegezegde bijdrage van 100 000,dan kan er ook geen
bezwaar tegen bestaan om het adres mede te ondersteunen.
De heer Van Hai, ondersteunt hetgeen door den heer Van
Dam over deze zaak is in het midden gebracht. Spreker acht
het niet noodig om de geschiedenis van het kanaalplan in
herinnering te brengen. Alleen wil hij erop wijzen, dat
door de indertijd benoemde commissie de zaak zeer ernstig
is overwogendat de raad daarna bij eindstemming eene
bijdrage der gemeente ad f 100 000.voteerde en dat zich
toen slechts drie leden daartegen verklaarden. De uitvoering
van het werk gaat boven de macht der provincie, doch dat
de provincie de totstandkoming ervan gaarne zien zou, blijkt
uit het groote geldelijk offer, dat zij daarvoor beschikbaar
stelt. Spreker acht het kanaal eene weldaad voor lireda,
nadat indertijd de daartegen van gemeentewege geopperde
bezwaren in overleg met den hoofdingenieur van den provincia
len waterstaat zijn opgeheven. Wij hebben toen van de gelegen
heid gebruik gemaakt, o n Breda een beteren waterweg te bezor
gen en daarbij tevens de zekerheid verkreger, lat de haven en
singelgrachten geregeld van versch water kunnen worden
voorzien. De geschiedenis van Mark en Dintel is te uitgebreid,
om daarover uit te wijden, ofschoon er altijd strijd is geweest
tusschen landbouw en scheepvaart. In de kwestie van water-
verversching valt echter geene verbetering waar te nemen,
niettegenstaande de veelzijdige pogingen daartoe aangewend.
Spreker gelooft, dat de raad eene goede daad zou verrichten,
wanneer men een kalm adres van adhaesie aan den minister
zond. De gemeente verbindt zich daarbij tot niets en wan
neer er eenig antwoord op volgt, zal men zich later misschien
daarop kunnen beroepen.