240 30 Mei 1806. in 1800 is geschied, hoe gaarne men overigens een betéren waterweg wenselien zon. Thans is echter alleen het adres van Tilburg aan de orde. De voorzitter zegt. dat. met liet oog op de uitgevoerde werken in de laatste drie jaren, het water in de Mark zoo laag mogelijk moest worden gehouden. Wanneer de verbe teringen geheel tot uitvoering zijn gekomen, zal die toestand ophouden. De heer Van Hai. wijst op het hooge bedrag der schat gelden op de rivier ode Mark", Dat zijn toestanden, die veranderd belmoren te worden, meent spreker. De heer Romhouts is van oordeel, dat de raad dient te beslissen, of men niet een zelfstandig adres zal indienen. In het adres van Tilburg worden alleen Tilburgsche belangen genoemd en wanneer men dat adres ging ondersteunen, zou men verkeerd handelen. In een zelfstandig adres kan erop gewezen worden, dat de raad zich verbindt voor de toege zegde bijdrage, wanneer bet oorspronkelijk plan worde uit gevoerd. Wij kennen geen ander plan dan het oorspronkelijke, zegt de voorzitter. Gaat de minister daarvan afwijken, dan vervalt de subsidie. De heer Nelissen verklaart, dat hij zal stemmen vóór het zenden van een adhaesie-adres aan den minister. Spreker herinnert zich nog heel goed, hoe men zich. na rijp overleg, hij dit plan hoeft neergelegd, omdat het dit voor had, dat er tusschen belanghebbenden overeenstemming was verkregen. Komt dit plan niet tot uitvoering, dan begint de zaak van voren af aan en zullen eerst weer al de belanghebbenden gehoord moeten worden. De heer Bloem arts gelooft, dat het zeer in het belang

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 240