250
13 Juni 1800.
handen van den voorzitter af den eed, voorgeschreven bij
artikel 39 der gemeentewet, na alvorens den in artikel 87
der grondwet bedoelden eed van zuivering te hebben afgelegd.
De voorzitter heet den heer Rees welkom in deze ver
gadering. U zijt geroepen, zegt spreker, tot eene eervolle
taak, namelijk tot de behartiging van de belangen der ge
meente Breda in alle opzichten.
Spreker twijfelt er geen oogenblik aan, of de heer Rees
zal gaarne bereid bevonden worden om tot dit schoone doel
mede te werken en verzoekt genoemden heer alsnu te willen
zitting nemen.
De heer Rees neemt hierop zitting.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde:
A. ingekomen stukken.
1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-Bra
bant, als
a. in dato 28 Mei 1896, G, n°. 42, 2d<! afdeeling, 3de
bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit
tot onderhandschen verkoop van gemeentegrond langs
de openbare straat, genaamd »de Kloosterlaan", aan
A. Yeri.egu en L. C. Kloppers; en
b. in dato 5 Juni 1896, G, n°. 36, 2tlu afdeeling, 3dc
bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit
tot onderhandsche aanbesteding van het bouwen van
een woonhuis voor den directeur der gemeente-reini
ging aan M. Bakkeren te Prinsenhage.
De voorzitter stelt voor deze besluiten voor kennisgeving
aan te nemen en voor zooveel noodig ter uitvoering te ver
zenden naar burgemeester en wethouders.
Waartoe besloten wordt.