252
13 Juni 189(5.
)>üij adres van den 7llen Mei 1896 verzocht P. P. Bogaerts,
huisschilder te Breda, aan den gemeenteraad, bedoelde gang
»van de gemeente te huren tot berging van ladders.
»Naar aanleiding der gedane afkondiging van de aanvrage
»tot verhuren, is bij burgemeester en wethouders ingekomen
veen adres van J. F. van der Vaart, timmerman en koffie-
vhuishouder, wonende aan de Houtmarkt alhier, eigenaar van
vliet ten westen van genoemde gang staande gebouw, te
kennen gevende, dat volgens zijne meening, door het ver-
vvoeren van de ladders, allicht stukken kalk of cement van
vzijne woning zullen worden gestooten, dat zijn huis oud en
valzoo niet bestand is tegen het bevestigen van krammen, enz.,
vwaarop meergemelde ladders zouden moeten rusten.
vAdressant verzoekt daarom bedoelde gang te koopen ten
veindc voor schade gevrijwaard te zijn.
vBedoelde gang behoorde vroeger bij den zoogenaamden
vstads-timmerwinkel, toen die nog gevestigd was aan de
vHoutmarkt op een gedeelte van het terrein waarop later de
veerste openbare school is gebouwd.
vAls toegang tot die inrichting had de gang, wegens zijne
vgeringe breedte-afmeting, als zoodanig geen waarde en werd
vdan ook alleen gebruikt om oude materialen te bergen.
vïoen later de bovenbedoelde school werd gebouwd en de
vdaaraan grenzende stadsapotheek in de Halstraat tot woning
vvoor het hoofd dier school werd ingericht, is de tuin van
vdie woning tot tegen bedoelde gang uitgebreid, doch de
vgang zelve bleef ongebruikt, omdat die als uitgang voor
vden tuin geheel overbodig was, aangezien die door eene
vdeur in de heining met de speelplaats der school gemeen
schap kreeg.
vEen en ander is op de hierbijgaande kaart met potlood
vaangegeven.
vDe gang kan, volgens het gevoelen van burgemeester en
«wethouders, zonder eenig bezwaar voor de gemeente worden
vgemist, zoodat aan den verkoop boven verhuring de voor-
vkeur wordt gegeven en zulks te meer, omdat de gemeente