13 Juni 1896.
253
»alsdan wordt ontheven van den last tot mede-onderhoud
»van een stuk zoogenaamd™ schansmuur, waardoor bedoelde
xgang van een onbebouwd erf, aan derden toebehoorende,
»is afgescheiden.
xlntusschen ligt onder de gang een riool, waarlangs het
skeukcmwater, enz. van de onderwijzerswoning wordt afge-
xvoerd, welk riool behouden behoort te blijven. Met die
omstandigheid is in de ontwerp-akte rekening gehouden."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voorstel
van burgemeester en wethouders kan vereenigen en mitsdien
bereid is tot den voorgenomen verkoop te besluiten.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking
hebbende, wordt "besloten, overeenkomstig do over
gelegde ontwerp-aktein koop af te staan aan
Johannes Franciscus van der Vaart, koffiehuis
houder te Bredaeene onbebouwde gang, uitkomende
aan de openbare straat »de Houtmarkt", gelegen
tusschen de perceelen, gemeente Breda, sectie B,
nos. 3232, 3111 en 3589, deel uitmakende van het
perceel, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie
B, n°. 3595, ter grootte van ongeveer 14 centiaren,
voor eene som van vijftig galden en verder onder
de volgende voorwaarden:
dat de lcooper erkent het recht van erfdienstbaar
heid op bedoelden grond tot waterloozing door middel
van een ondergrondsch riool ten behoeve van bet
perceel, gemeente Breda, sectic B, n°. 1980, en
verplicht is dit riool op zijne kosten in goeden staat
te onderhouden
dat door den koopcr of zijne rechtverkrijgenden
op den gekochten grond nimmer bergplaatsen van
lompen, beenderen of andere voor de gezondheid
schadelijke stoffen zullen worden opgericht
dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgen
den aan laatstgenoemde voorwaarde niet mochten