13 Juni 1890.
deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Breda, sectic B, n°. 4699, voor
eene som van twee honderd drie en zeventig
gulden;
h. aan Petrus Johannes Schoenmakers te Breda
ongeveer 72 centiaren grond van het hiervoor
genoemde perceel, voor eene som van twee
honderd twee en vijftig gulden;
c. aan Antonius Voogt te Breda ongeveer 4 aren
26 centiaren grond van het hiervoor genoemde
perceel, voor eene som van elf honderd drie
en dertig gulden vijftig cent; en
d. aan Joi-iannes Pijnenburg te Breda ongeveer
96 centiaren grond, gelegen ter plaatse hiervoor
vermeld en deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Breda, sectie B,
n°. 4448, voor eene som van twee honderd acht
en tachtig gulden.
Een en ander onder de volgende voorwaarden
dat de koopers sub a, h en d zich verbinden,
om, binnen één jaar na de onderteekening der
koopakte, en de kooper sub c zich verbindt,
om, binnen twee jaren na de onderteekening
der koopakte, op den gekochton grond een of
meer steenen gebouwen te stichten, waarvan
de naar de openbare straat gekeerde gevels, die
op de nieuwe rooilijn moeten worden gebouwd,
geene mindere hoogte dan acht meter boven de
openbare straat mogen hebben;
dat een gedeelte, ter lengte van ongeveer
4 meter langs de openbare straat, van het door
den kooper sub a gekochte en een of meer op
volgende gedeelten, ingesloten tusschen een blok
van twee aaneengebouwde woningen van het
door den kooper sub c gekochte, onbebouwd