ONTWERP.
27 Juni 1896.
Tegenwoordig de heeren J. A VAN AKEN, mr. M. P. M.
VAN DAM, J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE,
J. E. VREEDE, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. P. BLOEMARTS,
W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, A. J. REES,
J. LIJDSMAN, mr. Th. MATHON, J. J. NELISSEN, B. C.
VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERS
MAN, mr. W. INGENHOUSZ en E. H. A. GULJE, burge
meester, voorzitter.
Afwezig de heer H. A. SASSEN.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van
13 Juni 1896, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van
het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk
zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voor
lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in
het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrij
ven van den heer H. A. Sassen, houdende kennisgeving, dat
hij door noodzakelijke afwezigheid onverwachts verhinderd
is de raadszitting van heden bij te wonen.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: