27 Juni 1896. 273
De voorzitter stelt dit punt aan de orde en zal gaarne
liet woord verleenen aan de leden, die hun verlangen daartoe
kenhaar maken.
l)e heer Teychtné kan zich met de voorgestelde voorwaar
den niet vereenigen, voor zooveel betreft het daarin opgeno
men tarief B. Spreker stelt mitsdien voor in art. 16 te laten
wegvallen de woorden »met dien verstande, dat men zich
verbindt elke drie maanden ten minste voor eene hoeveelheid
van 10 M'!. te betalen".
Dit voorstel toelichtende, zegt spreker, dat het eene onbil
lijkheid is, om van de verbruikers betaling te verlangen van
hetgeen ze niet gehad hebben. Het is zeer goed mogelijk,
dat men in den zomer soms meer water verbruikt dan het
vastgestelde minimumterwijl dat waterverbruik in den
winter minder zal bedragen. Desniettegenstaande is men
gehouden tot bijbetaling, ondanks het gemiddeld verbruik
over een geheel jaar tocli heneden het minimum blijft.
Spreker acht het een klein offer voor de gemeente en daar
entegen zeer in het belang der waterverbruikers, terwijl de
controle onveranderd blijft.
De voorzitter wijst erop, dat de tarieven in andere
plaatsen alle een minimum voor waterverbruik inhouden.
Overal elders geschiedt de berekening per kwartaal, wijl voor
een langer tijdsverloop de daaraan verbonden bezwaren grooter
worden.
De heer Rombouts verklaart, dat hij zich niet met het
voorstel van den heer Teychiné kan vereenigen. Het mini
mum voor waterverbruik is schier overal elders op 60 M3.
per jaar bepaald. Men moet vooral in het oog houden, dat
de waterleiding is opgericht in het belang der hygiëne en
dat moet dus voorop staan. Toen indertijd het rapport om
trent het wateronderzoek in deze gemeente was verschenen,
kwam men tot de wetenschap, dat er bijna niet eene pomp
was, die goed water gaf en dit rapport kon worden aange-