27 Juni 1896. 279 Het voorstel van den heer Reigersman tot afschaffing der meterhuur wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 11 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Aken, Van Dam. Bloemarts, Rees. Lijdsman, Matiion, Nelissen, Van Dongen, Van Hal, IngenHousz en de voorzitter. Vóór waren de heeren Teychiné, Verschraage, Vreede, IIeijlaerts, Rombouts, Scheltus en Reigersman. Naar aanleiding der gevallen beslissing stelt de heer Rom bouts thans voor om het tarief der meterhuur te wijzigen in dien zien, dat zal verschuldigd zijn voor een meter met een door gangswijdte van 15 m.M. 50 cent, voor een meter meteene doorgangswijdte van 20 m.M. 60 cent per drie maanden en voor grootere afmetingen naar evenredigheid. Dit voorstel toelichtende, zegt spreker, dat de eerstbedoelde watermeters aan de gemeente kosten f 19,75 per stuk en de tweede ge noemde f 20, Rekent men voor onderhoud der meters en amortisatie van het kapitaal f 4,per meter, dan zou de gemeente nog aan huur genieten 10 0/0) hetgeen spreker meent dat ruim schoots voldoende kan worden geacht. Het spijt den heer Bloemarts te moeten verklaren, dat hij zich niet kan vereenigen met de wijze van behandeling der onderwerpelijke voorwaarden. Spreker acht het niet voegzaam, wanneer de minderheid der commissie in eene openbare vergadering reageert tegen een voorstel van de meerderheid der commissie. Alleen dit laatste voorstel om. behoudens enkele wijzigingen, de bestaande voorwaarden van kracht te doen blijven tot 1 Januari 1898, is thans aan de orde. Een dergelijk voorstel, als door den heer Rombouts is ter tafel gebracht, behoort tijdig ter kennis te komen van de leden, die daardoor vooraf in de 'gelegenheid zijn dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 279