282
27 Juni 1896.
meerderheid der commissie het wenschelijk achtom de-
voorwaarden te verlengen en een desbetreffend voorstel ter
tafel ligt, acht spreker het den aangewezen weg, om eerst
te doen uitmaken of dit voorstel wordt aangenomen. Het
geldt slechts eene kwestie van vorm. Daarna kunnen, des-
verkiezende, amendementen op de betrekkelijke artikelen
worden ingediend.
De heer Bloemarts doet thans het schriftelijk voorstel om
in stemming te brengen de voorwaarden, zooals die ter visie
hebben gelegen en door burgemeester en wethouders in
overleg met de commissie zijn vastgesteld.
De heer Nelissen verklaart zich tegen dat voorstel, omdat
het slechts een middel is, om de oppositie te smoren. Ieder
lid heeft het recht, om te trachten zijne ideeën te doen
zegevieren. Inmiddels zal spreker stemmen tegen het voor
stel tot verlaging der meterhuur, zoolang de waterleiding
nog geene winst oplevert. Spreker wil zich niet als deskun
dige opwerpen, doch meent toch te moeten verklaren, dat
een watermeter slechts 14 jaren duurt en daarmede mag bij-
de berekening der huur wel rekening worden gehouden.
De heer Bloemarts is van meening, dat met het voorstel
der commissie hoofdzakelijk beoogd wordt eene tijdelijke-
verlenging van de bestaande voorwaarden. Dit voorstel heeft
de verste strekking en zoolang dus niet is uitgemaakt of
men de zaak wenscht bestendigd te zien, zijn de verdere
discussiën over dat onderwerp onvruchtbaar.
De heer Rombouts zegt, dat uit de vaststelling van art,
23 der voorwaarden tevens voortvloeit de bekrachtiging van
het geheele reglement. De voorwaarden blijven dan van.
kracht tot 1 Januari 1898. Wanneer men zich echter met
den verderen inhoud dier voorwaarden niet kan vereenigen,
dan heeft men ook het volste recht daaromtrent wijzigingen