28 1 Februari 1896. midden gebracht. De uitdrukking op pagina 24 van de gedrukte ontwerp-notulen »dat de hygiënische grenzen niet door kadastrale eigendommen worden afgebakend", vermeent spreker niet te hebben gebezigd, doch daarentegen te hebben gezegd »dat de wetten der hygiëne zich niet storen aan kadastrale grenzen". Gaarne zag spreker de notulen in dien geest gerectificeerd. De voorzitter vindt geen bezwaar aan het verlangen van den vorigen spreker tegemoet te komen. Niemand hierover nog het woord verlangende, worden de notulen van bovengenoemde vergade ringen, met inachtneming van vorenstaande bemer king, goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter stelt alsnu aan de orde: A. Ingekomen stukken. 1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant als a. in dato 9 Januari 1896, G, n°. 26, houdende goed keuring van het raadsbesluit van 21 December 1895, tot wijziging der begrooting dezer gemeente voor het dienstjaar 1895, door verhooging van hoofdstuk IV, art. 4a, der inkomsten met f 75,en verhooging van hoofdstuk VI, afd. I, art. 17e, der uitgaven eveneens met 75, b. in dato 16 Januari 1896, G, n°. 13, houdende goed keuring van het raadsbesluit van 4 Januari 1896, tot verlenging van den termijn van aflossing der van de Amsterdamsche bank tijdelijk geleende geldenten bedrage van ƒ84 000,voorloopig tot 1 Juli 1896 tegen eene rente van 4°/o 's jaars, ingaande 1 Januari 1896; en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 28