'25 Juli 1896. '297 penning XX en doorhaling in de openbare registers van twee grondrenten ten laste van de R.-K. kerk van O. L. V. Hemelvaart aan de Ginnekenstraat te Breda; e. dato 13 Juli 1896, G, n°. 6, 2de afdeeling, 3de bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 27 Juni 1896 tot ruiling van grond met W. C. Vermeulen en J. H. P Vermeulen en f. dato 13 Juli 1896, G, n". 5, 2do afdeeling, 3de bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 27 Juni 1896 tot onderhandschen verkoop van grond, deel uitmakende van den gedempten zijtak der rivier »de Mark", achter de Bleekstraat, aan J. Mol weduwe van I). van Opstal, A. C. van Haperen weduwe van A. Machielse en kinderen, J. M. Marijnen en consorten, douairière E. Kui.tsten van Hoesen weduwe van Jhr. P. Six, A. L. M. Michielsen, W. Vermeulen en J. J. Wagemaicers. De voorzitter stelt voor al deze besluiten voor kennis geving aan te nemen en voor zooveel noodig ter uitvoering te verzenden naar burgemeester en wethouders. Waartoe besloten wordt. '2. Schrijven van burgemeester en wethouders d.d. 13 Juli 1896, n°. 661, daarbij te kennen gevende, dat, volgens het reglement van het stads-teekeninstitüut, op 1 Augustus de helft der commissie aftreedt, zijnde in dit jaar de heeren Jhr. F. Backer, J. M. Marijnen en J. W. C. Beelenkamp, en de aftredende leden, mede volgens genoemd reglement, dadelijk weder verkiesbaar zijn; met voorstel genoemde heeren als leden der commissie voor het stads-teekeninstituut alhier na 1 Augustus te continueeren en zulks voor den gewonen tijd van zitting. De voorzitter vraagt, of stemming verlangd wordt. Zoo niet, dan wenscht hij voor te stellen genoemde heeren bij acclamatie te herbenoemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 297