yr> Juli 1896. 301 dezen als zoodanig benoemd de lieeren Teychiné, Van 1)am en IngenHousz, -welke lieeren zich deze benoeming laten -welgevallen. 8. Schrijven van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, d.d. 13 Juli 1896. G. n°. 46. 2rto afdeeling, 3Je bureau, daarbij ter fine van bericht en raad zendende een schrijven van den heer districts-schoolopziener te Bredatot onderwerp hebbende gebrek aan ruimte in de openbare volksscholen te Breda. De voorzitter zegt, dat nog is ingekomen, ten einde daarop te dienen van bericht en raad, een gelijkluidend schrij ven van den districts-schoolopziener en gericht aan den minister van binnenlandsche zaken. Spreker geeft in over weging dit punt aan te houden tot de volgende vergadering en de stukken inmiddels voor de leden ter visie te leggen. De heer Van Dam acht hot -wenschelijker de stukken te verzenden naar burgemeester en wethouders om inlichtingen. Wanneer de stukken zonder de noodige voorlichting bij den raad in behandeling zouden komen, vreest spreker, dat dit aanleiding zou kunnen geven tot onjuiste opvattingen en wellicht onzuivere stemmingen. Verschillende leden liet voorstel van den heer Van Dam ondersteunende, wordt dienovereenkomstig zonder hoofdelijke stemming besloten. 9. Bezwaarschriften van ingezetenen tegen hunnen aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente, dienst 1896. De voorzitter geeft in overweging deze stukken in besloten vergadering te behandelen. "Waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 301