ONTWERP.
8 Augustus 1896.
Tegenwoordig de heeren mr. W. INGENHOUSZ. H. A.
SASSEN, .1. A. VAN AKEN, mr. M. P. M. VAN DAM, A. J. A.
VERSCHRAAGE, .1. J. L. TEYCHINÉ. F. J. M. HEIJLAERTS,
W. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS. A. .1. REES. .1.
LIJDSMAN, mr. Th. MATHON, B. C. VAN DONGEN. J. .T.
NELISSEN, J. A. J. W. VAN HAL, J. E. VREEDE en E.
H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren mr. A. REIGERSMAN en mr. P.
BLOEMARTS.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 25 Juli
4896, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in hot
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat door de heeren Reigers
man en Bloemarts is kennis gegeven, dat zij verhinderd zijn
de raadszitting van heden bij te wonen.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde
A. Ingekomen stukken.