8 Augustus 1896. bekend gemeente Breda, sectie B, n°. 4448, voor eene som van dertig gulden en verder onder de volgende voorwaarden dat de kooper zal gebonden zijn, binnen één jaar na de onderteekening der koopakte, op den gekoch- ten grond, in vereeniging met zijn aangrenzend perceel gemeente Breda, sectie B, n°. 4327, een steenen gebouw te stichten, waarvan de naar de openbare straat gekeerde gevel, welke op de nieuwe rooilijn moet worden gebouwd, geene mindere hoogte dan acht meter boven de kruin der straat mag hebben dat door den kooper of zijne rechtverkrijgenden op den gekochten grond en op zijn perceel, sectie B, nO. 4327, nimmer achterwoningen, bergplaatsen van lompen, beenderen of andere voor de gezond heid schadelijke stoffen mogen worden opgericht, en dat in het op dien grond te stichten gebouw geen bedrijf van herbergier, koffiehuis-, bierhuis-, logementhouder of dergelijke mag worden uitge oefend dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgenden aan een der hiervoor gestelde voorwaarden niet mochten voldoen, zij, na op hunne kosten in gebreke te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete zullen verbeuren van één gulden ten voordeele der gemeente dat de betaling der koopsom zal geschieden bij de onderteekening der koopakte ten kantore en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger; en dat de kosten van zegels, leges, registratie, over schrijving in de openbare registers en alle andere, op deze verkooping vallende, ten laste zijn van den kooper. 3. Adres van het bestuur der afdeeling Breda van de oord-Brabantsche maatschappij van landbouw, daarbij ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 309