8 Augustus 1896. 325 «Ofschoon wij meenen, dat dit punt niets gemeen heeft smet het eigenlijke onderwerp, door den heer districts-school- »opziener behandeld, wenschen wij toch aan te teekenen, dat «door die uitbreiding een 200tal leerlingen meer zal kunnen «geplaatst worden, en dat twaalfklassige scholen in vele «gemeenten zeer gewilde scholen zijn. Men zou alzoo hier «hoogstens kunnen spreken van paedagogisch meeningsver- «schil. Maar in behoefte aan onderwijs ook voor minwer «mogenden wordt in elk geval goed voorzien. «Alsmede haalt de heer districts-schoolopziener een enkel «speciaal geval aan met den sergeant Hafkamp. Zulk een «geval op zich zelf achten wij niet gewichtig genoeg om «daaruit conclusiën te trekken, want niet wel mogelijk is het «toch, om, wanneer er tijdelijk voor 2 of 3 kinderen geen «plaats is, direct eene nieuwe school te bouwen. «Bovendien gold het voor de kinderen van Hafkamp niet «de toelating op eene school voor kosteloos onderwijs, maar «op eene voor minvermogenden, zoodat ook dit geval niet «past in het kader der beschouwingen, om te voorzien in kosteloos onderwijs. «Beleefdheidshalve echter hebben wij ook beide laatstge- «noemde punten willen beantwoorden. «Wij hebben de eer U in overweging te geven, inboven- «staanden zin aan heeren gedeputeerde staten te antwoorden." De voorzitter stelt dit onderwerp aan de orde. Niemand daarover het woord verlangende, geeft de voor zitter in overweging om overeenkomstig het prae-advies van burgemeester en wethouders te besluiten. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 11. Adres van den eervol ontslagen agent van politie der lste klasse Jac. Brasser, verzoekende in het genot te worden gesteld van pensioen, met advies van het bestuur van het pensioenfonds.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 325