ONTWERP.
1 September 1896.
Tegenwoordig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM, J. ,T. I..
TEYCHINÉW. G. H. ROMBOU,TS, A. J. REES, J. A. J.
W. VAN HAL, B. C. VAN DONGEN, A. J. A. VER-
SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, F. .T. M. HEIJLAERTS,
mr. P. BLOEMARTS, A. P. SCHELTUS, J. A. VAN AKEN,
H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. J. NELISSEN, mr. A.
REIGERSMAN, mr. Th. MATRON en E. H. A. GULJE,
burgemeestervoorzitter.
Afwezig de heer J. E. VREEDE.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 8 Augustus
1896, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraadter inzage voor
de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn
toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken.
1. Besluiten Van dé gedeputeerde staten van Noord~
Brabant, als: