1 September 1896.
335
Breda, kadastraal bekend sectie B, n°. 2049, welke inschrij
ving strekt tot zekerheid van het beheer van wijlen zijn
vader, den heer Hermanus Sluijters, in diens betrekking
van rentmeester van het oude-mannenhuis te Breda.
Be voorzitter stelt voorom het verzoek van adressant
in te willigen en mitsdien toe te stemmen in de doorhaling
ten hvpotheekkantore van de hiervoor bedoelde hypothecaire
inschrijving.
Waartoe besloten wordt.
5. Proces-verbaal van de op 11 Augustus 1896 gedane
kasopneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat
de boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der
registers en bescheiden tot gcene bemerkingen heeft aan
leiding gegeven, terwijl de ontvangsten over het dienstjaar
1896 met het batig slot der rekening over 1895 een totaal
cijfer geven van ƒ207 393,325 en de uitgaven over 1896 hebben
bedragen ƒ178 987,95, zoodat in kas moest zijn een bedrag
van ƒ28 405,375. Ten kantore van den ontvanger is aan
wezig bevonden eene som van ƒ19 088,375, welke som met
het saldo bij de Amsterdamsche Banktot betaling van
coupons en uitgelote obligation ad ƒ9317,overeenstemt
met het hiervoor genoemde voordeelig saldo.
De voorzitter stelt voor dit proces-verbaal voor kennis
geving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
6. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting, om in
de begrooting dezer gemeente voor het dienstjaar 1896 af te
schrijven van hoofdstuk VIII, art. 2 (onvoorziene uitgaven),
een bedrag van 156.785 en dat te doen strekken tot ver
hooging van hoofdstuk II. art. 2 (kosten van schoonhouden
en meubelen van het raadhuis).