1 Februari 1896. 33 som van zeven honderd guldenwordende tevens verklaarddat bedoeld stuk gemeentegrond niet meer voor den openbaren dienst zal bestemd zijn. De liierbedoelde overeenkomst is van den volgenden inhoud «Tusschen de ondergeteekenden, Eduard Hendrik Antonius «Guljé burgemeester der gemeente Breda, en Antonius «Roelandus Vermeulen, secretaris dier gemeente, als ver tegenwoordigende het college van burgemeester enwethou- «ders, dat namens die gemeente handelt ter uitvoering van »het bij besluit van de gedeputeerde staten der provincie Noord-Brabant van den 1896 goedgekeurd raadsbesluit van den contractanten ter »eene zijde, en Antonius Voogt, metselaar, wonende te Breda, contrac tant ter andere zijde, is overeengekomen als volgt Artikel 1. «Contractanten ter eene zijde staan aan contractant ter «andere zijde in eigendom af, welke laatste verklaart in «eigendom te aanvaarden, een stuk gemeentegrond gelegen «aan den boek van de openbare straten «de Kloosterlaan" «en «de Pasbaan", deel uitmakende van bet perceel, kadastraal «bekend gemeente Breda, sectie B, n°. 4213, ter grootte van «ongeveer een are vijf en zeventig centiaren, begrensd ten «noordoosten door gemeentegrond, volgens eene lijn getrokken «rechthoekig op de rooilijn op 13 meter afstand uit den «zuidelijken hoek van het verlengde der openbare straten «de Kloosterlaan" en «de Pasbaan", ten zuidoosten door de «openbare straat genaamd «de Kloosterlaan", ten zuidwesten «door de openbare straat «de Pasbaan" en ten noordwesten «door het perceel kadastraal bekend gemeente Breda, sectie »B, n°. 4233, volgens de aan deze akte gehechte situatie- «teekening. Art. 2. «Contractant ter andere zijde verbindt zich tot het volgende;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 33