I September 1896. daarop voorkomenden meer onwil dan onmaclit bestaat in »het voldoen, in aanmerking nemende de betrekkelijk geringe «bedragen en hunne positie en levenswijze. »De commissie heeft de eer den raad te adviseeren bedoelde «rekening goed te keuren. »J. .1. L. TEYCHINE. »M. VAN DAM. »W. INGENHOUSZ, rapporteur.'' De voorzitter, na de commissie en in 't bijzonder haren rapporteur te hebben bedankt voor het uitgebracht rapport, vraagt of iemand der leden nog eenige ophelderingen ten aanzien der rekening verlangt of bedenkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, brengt de voorzitter de conclusie van het rapport der commissie in stemming, waarvan de uitslag is, dat de rekening dezer gemeente over het dienstjaar 1895 met alge- rneene stemmen voorloopig wordt vastgesteld: in ontvangst op 570 939,09 in uitgaaf op- 546 982,21 alzoo met een batig saldo van f 23 956,88. Burgemeester en wethouders hadden zich van medestemmen onthouden. Voorts worden goedgekeurd de volgende staten van onin bare postente weten Hoofdelijke omslag. Eerste staat, betreffende de vijf primitieve kohieren Tweede staat, betreflende de vijf primitieve kohieren Staat van het lste aanvullingskohier d 2de 5> i> 3da f 2026,20 - 599,14 - 154,26 - 71,05 - 12,685.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 341