ONTWERP. 3 October 1SS6 Tegenwoordig de heeren mi'. M. P. M. VAN DAM, F. .1. M. HEIJLAEETS, mr. P. BLOEMARTS, mr. W. INGEN- HOUSZ. .1. J. L. TEVCHINÉ. J. E. VREEDEYV. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCHEETUS, J. A. VAN AKEN, A. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, mr. Th. MATHON. B. C. VAN DONGEN. .1. A. ,1. YV. VAN IIAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. NELISSEN en E. H. A. GULJÉ. burgemeestervoorzitter. Afwezig de lieer A. .1. A. VERSCHRAAGE. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 49 September 1890, overeenkomstig het bepaalde bij artiljel 8 van liet reglement van orde voor den gemeenteraadter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat de heer Versciiraagf. heeft kennis gegeven van zijne verhindering om de raads zitting van heden bij te wonen. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 351