'1 Februari 1896. 35 van 21 December 1895 ingekomen aanvrage van A. W. Oostvogels, tot aankoop van grond. De voorzitter zegt, dat de betrekkelijke stukken ter visie hebben gelegen en vraagt of iemand der leden daarover alsnog het woord verlangt. Dit niet het geval zijnde, wordt de overgelegde ontwerp-akte goedgekeurd en mitsdien besloten overeenkomstig de voorwaarden daarin vervat, aan Adrianus Wilhelmus Oostvogels, smid, wonende te Breda, in koop af te staan een driehoekig stukje gemeentegrond, gelegen aan het Van Coothplein, ten oosten van het perceel, kadastraal bekend ge meente Breda, sectie B, n°. 4292, ter grootte van ongeveer twintig centiaren, deel uitmakende van het perceel, sectie B, n°. 4548, voor eene som van twintig gulden en wordt tevens verklaarddat bedoeld stukje gemeentegrond niet meer voor den openbaren dienst zal bestemd zijn. De hierbedoelde overeenkomst is van den volgenden inhoud »De ondergeteekenden, Eduard Hendrik Antonius Guljé, «burgemeester der gemeente Breda, en Antonius Roelandus «Vermeulen, secretaris dier gemeente, als vertegenwoordi- «gende het college van burgemeester en wethouders, dat «namens die gemeente handelt ter uitvoering van het besluit «van den gemeenteraad van den 1896 «hetwelk is goedgekeurd bij besluit van de gedeputeerde «staten der provincie Noord-Brabant van den «1896, contractanten ter eene zijde, en «Adrianus Wilhelmus Oostvogels smidwonende te Breda, contractant ter andere zijde, zijn overeengekomen «als volgt 1°. «Contractanten ter eene zijde staan aan contractant

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 35