364 24 October 1896. «college van regenten wenschelijk voorgekomen daarin enkele wijzigingen te brengen, welke het de eer heeft aan uw «oordeel en goedkeuring te onderwerpen. «Dé aangebrachte wijzigingen zijn de volgende: Artikel 36. Volgens tot lieden gevolgde gewoonte is aan >xlen binnenvader, behalve kost en inwoning, ook bewassching «toegekend. Het college acht het nuttig dit ook in het «reglement op te nemen en had dus gaarne het slot van de «eerste alinea van genoemd artikel gelezen: laatstgemelde stevens met kost, inwoning en bewassching. Artikel 36. Naar oud gebruik moesten de broeders bij «hun intrede in het gesticht bed met toobehooren inbrengen «met het oog op de zindelijkheid werd daarvoor later eene «som van ƒ75,— in de plaats gesteld, en daar de toestand der «financiën van het gesticht gunstig mag worden genoemd, «wordt voorgesteld het zoogenaamde inkonngeld tot op meertig gulden te verminderen, te meer daar het somwijlen «voorkomt, dat, in strijd met den geest van het reglement, «dit inkoomgeld door giften bij elkaar moet worden gebracht, »,en ni,i ligt het voor de hand, dat de sollicitanten uit eigen «middelen eerder 40,bij elkaar zullen kunnen brengen, «ejap wanneer een bedrag van 75.gevorderd wordt. Artikel 37. Ter verduidelijking der redactie van dit «artikel wordt voorgesteld den aanhef ervan te lezen: Ieder y>der broeders zorgt voor zijne bovenkleeding enz. ■^Artikel 38. Wenschelijk wordt het geacht in het regle- «ment op te nemen, dat door den regent, belast met de «huishouding, straf kan worden opgelegd, en stelt het col slege, derhalve voor als tweede alinea aan dit artikel toe te «voegen Kleine vergrijpen tegen orde en tucht en onbehoorlijk tgedrag, zoowel binnen als buiten hel gesticht, worden ge straft met het verbod van uitgaan, gedurende een lijd door «.het college van regenten te bepalen, terwijl deze straf voor Men.tijd van vier weken door den regent, bedoeld in artikel «44, kan worden opgelegd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 364