384
11 November 1890.
De voorzitter vindt er geen bezwaar in, dat de betrok
ken uitdrukking uit de notulen worde verwijderd.
Niemand hierover nog het woord verlangende,,
worden de notulen van voormelde vergadering, met
inachtneming der bedoelde wijziging, goedgekeurd
en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat de heeren Van Dam en
IngenHousz hebben kennisgegeven van hunne verhindering
om de vergadering van heden bij te wonen.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde
AIngekomen stukken.
1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant, als:
a. in dato 22 October 1896, G, n°. 50, 2de afdeeling,
3de bureau, houdende goedkeuring van het raadsbe
sluit tot onderhandsche verhuring, voor zes jaren, aan
W. van Olphen te Breda, van eene strook gemeen-1
tegrond, ten gebruike voor lijnbaan, voor de som van
f 25,— 'sjaars;
b. in dato 3 November 1896, G, n°. 2, 2de afdeeling,
3de bureau, houdende goedkeuring van het raadsbe
sluit tot wijziging der begrooting voor 1896 door
toevoeging van hoofdstuk IV, art. 17 der ontvangsten
(bijdrage in de kosten van verpleging van krankzin
nigen), tot een bedrag van f 75,en deze som te
verantwoorden onder hoofdstuk VI, afdeeling II, art.
17 der uitgaven (teruggave aan het rijk en de pro
vincie van verplegingskosten van krankzinnigen).
De voorzitter stelt voor deze besluiten voor kennis
geving aan te nemen en te verzenden naar burgemeester
en wethouders ter uitvoering.