390 11 Novemher 1896. «de aangevraagde meerdere gelden toe te staan, mits niet »thans over de wijze, waarop de gelden zouden worden «besteedwerd beslistdoch eerst bij 't vaststellen van het «plan tot reorganisatie, waarvan men de indiening gaarne »ten spoedigste zoude zien." Antwoord. »Aan den uitgesproken wenscli, dat, in verband met de «voorgedragen verhoogde politie-uitgavenallereerst worde «overgelegd een plan van reorganisatie der politie, zal door »den burgemeester ten spoedigste worden tegemoet gekomen. »In verband daarmede wordt door burgemeester en wet- houders voorgesteld middelerwijl de meerder geraamde «politie-uitgavenals «voor een tweeden inspecteurf 1000, schrijver- 600, kleeding der inspecteurs- '120,- een rijwiel- 250, samen 1970,—, «over te brengen bij hoofdstuk VIII, art. 2 (onvoorziene «uitgaven)." Zonder bedenking vereenigt zich de vergadering met liet voorstel van burgemeester en wethouders en wordt, de betrokken post, dienovereenkomstig gewijzigdgoedgekeurd. «Volgnummer 62, hoofdstuk I, art. 12. Bijzondere uit- mjaven voor den dienst der politie. «In eene afdeeling achtten verschillende leden het wen- «schelijk dezen post met f 50,te verhoogen, ten einde in «buitengewone gevallen daaruit belooningen te kunnen toe- «kennen." Antwoor d. «Burgemeester en wethouders kunnen zich er zeer goed «mede vereenigen, om dezen post met ƒ50,te verhoogen."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 390