392 11 November 1896. 2 der bovengenoemde verordening wordt hierop zonder bedenking goedgekeurd. «Volgnummer 63, hoofdstuk I, art. 13, litt. k. Jaarwedde •»van den opzichter hij de gemeentewerken. «In eene afdeeling werd te kennen gegeven, dat men tegen »de voorgestelde verhooging der jaarwedde van dien ambte snaar geen bezwaar had, doch dan ook voor 't vervolg uit- «drukkelijk aan dien ambtenaar wilde verboden zien ten belioeve van particulieren als architect op te treden, «immers zich te belasten met de uitvoering of het toezicht «houden op de uitvoering van bouwwerken ten behoeve van «particulieren." Antwoo r d. «Volgens art. 3 der bij het voorgaande nummer bedoelde «verordening, ontvangt een opzichter bij de gemeentewerken «zijne instructie van burgemeester en wethouders. Langs «dien weg zal de gegeven wenk worden opgevolgd bij het «indiensttreden van den titularis." De voorzitter, dezen post nader toelichtende, zegt, dat tot nog toe geen vaste opzichter bij de gemeentewerken was aangesteld, doch dat het in de bedoeling ligt daartoe alsnu over te gaan. De post wordt hierop goedgekeurd. «Volgnummer 78, hoofdstuk II, art. 13. Opslaan en uit melkander nemen der muziektent. «In eene afdeeling betuigden enkele leden weinig inge- «nomen te zijn niet de standplaats der muziektent op de «Groote Markt; naar hunne meening verdiende het de voor- «keur de muziektent weder in 't Valkenberg te plaatsen en «haar daar te laten staan, waardoor ze ondanks wind en «weer minder zoude lijden dan door 't herhaalde afbreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 392