11 November 1896. 397 «Beheer en toezicht zijn opgedragen aan het gemeente- «bestunr van Ginnekenterwijl het oppertoezicht wordt uit- «geoefend door de gedeputeerde staten. »Ten einde aan de klacht over den slechten toestand van «den weg, althans voor wat betreft het gedeelte dat met «keien bestraat is, tegemoet te komen, is bereids opnieuw «een schrijven gericht aan het gemeentebestuur van Ginneken »en Bavel". De voorzitter zegt, dat thans allereerst een schrijven dient te worden afgewacht van het gemeentebestuur van Ginneken en Bavel. Spreker hoopt, dat dit leiden zal tot verbetering van den weg. De onderwerpelijke post wordt hierop goedgekeurd. «Volgnummer 88, hoofdstuk 111. art. 6, litt. e. Riolcering «en demping van een gedeelte van de Gampel. «Het voornemen, om in 'tjaar 1897 uitvoering te geven «aan het sedert lang in uitzicht gegeven plan tot rioleering «en demping van een gedeelte van de Gampel, wer.l in «alle af.leelingcn toegejuicht. «Eveneens was men eenparig van gevoelen, dat het billijk «verzoek van de bewoners van den Tramsingel, strekkende «tot het doen aanleggen van trottoirs daar ter plaatse, be- «hoorde te worden ingewilligd. «In eene afdeeling achtte men het echter zeer gewenscht «tegelijkertijd dien singel te doen rioloeren. «Uit de begrooting en omschrijving van de voor den aanleg »der trottoirs langs den Tramsingel te verrichten werkzaam sheden bleek toch, dat ten behoeve der verlegging van do «kolken, een goed deel van den grindweg op dien singel zal «moeten worden opgebroken. «Door thans dien singel ook te rioloeren, zouden de kosten «en het ongerief eener tweede opbreking worden bespaard. «Tegen die kosten en dat ongerief kon, zoo meende men,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 397