.398 11 November 1896. «het renteverlies van eene som van 2000,—, voor het «rioleeren benoodigd, niet opwegen." A ntwooril. «Bij het punt, hierboven bedoeld, dat, blijkens het verslag, «in alle afdeelingen werdt toegejuicht, is behandeld het adres »van bewoners van den Tramsingel, strekkende tot het doen «aanleggen van trottoirs daar ter plaatse, welk adres is inge komen, nadat de gemeente-begrooting reeds was aange boden. «Burgemeester en wethouders kunnen zich met den wensch, «om tegelijkertijd dien singel te doen rioleeeren, vereenigen «en geven derhalve in overweging art. 6 van hoofdstuk III (uit- «gaven) te verhoogen met f 4600,h f 2349,f 6949, «en de kosten te dekken door verhooging der in de begroo- «ting opgenomen leeningssom. «Onder letter e van gemeld art. 6, hoofdstuk III, komt «voorEen tweemans ijzeren urinoir op het Stationsplein 200,—. «Dit is bestemd het bestaande te vervangen. «Inmiddels is de noodzakelijkheid gebleken, twee zulke «urinoirs op het Stationsplein te plaatsen, te weten nog één «tusschen het gebouwtje, dienende voor politiewacht en «brandspuithuis, en den ingang naar de goederenloods der «staatsspoorwegen, weshalve wordt voorgesteld de voorge «dragen uitgaaf van f 200,te verdubbelen. «Mede is gebleken, dat de brandkast ten kantore van den «gemeente-ontvanger, waarin geld en geldswaardige papie- «ren, registers, kwitantiën, enz, bewaard worden, voor liet «doel veel te weinig ruimte bevat. «Met het oog daarop wordt in overweging gegeven, tot «het aanschaffen eener nieuwe brandkast, alsnog de som van 450.in de begrooting op te nemen." Zonder bedenking wordt overeenkomstig het ant woord van burgemeester en wethouders besloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 398