ONTWERP. 4 Januari 1896. Tegenwoordig de heeren J. J. L. TEYCHINE, A. J. A. V KR.SCI.I RA AGE, J. E. VREEDE, F. J. M. HELTLAERTS, rar. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. G. H. ROMBOUTS, IC. G. OUICOOP, J. A. VAN AKEN, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, J.LIJDSMAN, mr. Th. MATHON, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REI GERSMAN, mr. W. INGENHOUSZ en E. H. A. GUL JÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de lieer J. J. NELISSEN. De voorzitter opent de vergadering en houdt, van zijn zetel opgestaan, ongeveer de volgende toespraak »Alvorens met de werkzaamheden in deze eerste vergade- »ring van het pas begonnen jaar aan te vangen, is het mij «aangenaam, den leden van deze plaats mijne beste geluk- «wenschen te kunnen aanbieden; gelukwenschen, zoowel voor «het maatschappelijk als huiselijk leven, en daarbij de hoop «uit te spreken, dat voorspoed en welvaart Uw aller deel «moge zijn. «Een terugblik slaande op het afgeloopen jaar, dan vallen «geene groote gebeurtenissen te constateeren. Van rampen «of ongevallen bleef de gemeente gelukkig bevrijd. De «bevolking is het afgeloopen jaar, in tegenstelling met andere «jaren, weinig toegenomen. Het zielental vermeerderde «slechts met 219 personen, hetgeen voornamelijk moet worden «toegeschreven aan de vermindering van het aantal cadetten «en de overplaatsing van officieren. De waterleiding voldoet «uitstekend en blijft bij voortduring beantwoorden aan de «daaromtrent gekoesterde verwachtingen. Het getal aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 3