44 November 48)6. «geacht,. over te gaan tot herziening van de op dat stuk «geldende verordening, speciaal ten einde"daaruit te doen «vervallen den aan verkoopers van groenten en fruit ver sleenden vrijdom, voor welken men geen voldoenden grond «aanwezig acht. Antwoo r d. «Bij artikel 4 der verordening van 4 Augustus 4888 is 'a. het heffen van marktgeld van groenten en fruit uit- «gezonderd. «Die uitzondering te bestendigen is de wenscli van burge- «meester en wethouders, te meer, omdat er van eene èigén- «lijke groentemnarkt geen sprake meer is. Slechts een paar «gröéntenverkoopsters bevinden zich nog geregeld op de «Groote Markt. «Zou echter de raad willen ingaan op hetgeen in eene «der afdeelingen als wenschelijk is uitgesproken, dan achten «burgemeester en wethouders het noodzakelijk, allereerst ten «deze het advies in te winnen van de kamer van koophandel «èri fabrieken alhier." Den heer Teychtné zijn geene gronden bekend, waarop groenten- en fruitverkoopers, alsmede boterhandelaren, zouden moeten worden vrijgesteld, terwijl anderen daarentegen belasting betalen. Spreker noemt dit eene grove onbillijkheid en wenscht derhalve ook die handelaren aan de belasting te onderwerpen. Gok op de varkcnsrnarki zou spreker staan geld willen geheven zien. Wel is vroeger de opmerking gemaakt, dat de afval van groenten en fruit zooveel voordeel voor de gemeente-reiniging oplevert, doch daarvan is hij geenszins overtuigdweshalve hij in overweging geeft in het vervolg ook voor bovengenoemde artikelen marktgeld te laten betalen. De voorzitter wijst erop, dat het een aloud gebruik is, dat handelaren in groenten en fruit hunne artikelen langs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 404