11 November 1896.
waren; de andere daarentegen doen tot op zekére hoogte
den kleinhandel hier ter stede concurrentie aan.
De- heer Van Dongen vindt het aanbevelenswaardig om,
zooals door burgemeester en wethouders in de memorie van
beantwoording is aangegeven, allereerst het advies in te
winnen van de kamer van koophandel en fabrieken. Spreker
twijfelt er geen oogenblik aan, of dit onderwerp zal door de
kamer met den noodigen ernst behandeld worden.
De heer Teychiné kan er zich wel mede vereenigen, dat
over dit onderwerp vooraf het advies van de kamer van
koophandel en fabrieken wordt gevraagd. Spreker doet daar
toe het voorstel.
De heer Rombouts meent zich te herinneren, dat op het
advies der kamer van koophandel en fabrieken indertijd het
marktgeld is ingevoerd, zooals dit thans geheven wordt. Een
en ander is een gevolg geweest van een adres van nering
doenden, die zich door sommige marktbezoekers in hunne
zaken benadeeld zagen.
Het voorstel van den heer Teychiné wordt alsnu in stem
ming gebracht en aangenomen met 12 tegen 4 stemmen.
Vóór stemden de heeren Teychiné, Versciiraage, Vreede,
Bloemarts, Scheltus, Van Aken, Rees, Sassen, Leidsman,
Van Dongen, Van Hal en Reigersman.
Tegen waren de heeren Rombouts, Heijlaerts, Mathon
en de voorzitter.
De betrokken post wordt hierop goedgekeurd.
«Volgnummer 44, hoofdstuk IV, art. 13a. Ontvangst der
y>gemeentelfjke gasfabriek
»In eene der afdeelingen werd door een lid de wenscli
«uitgesproken, dat spoedig een voorstel worde ingediend tot