408 11 November 1896. Volgnummer 45, hoofdstuk IV, art. 13b. Ontvangst der wJioogdrukwaterleiding «De meerderheid eener afdeeling verklaarde zich voor de «afschaffing van de huur der watermeters, in de eerste plaats, «omdat deze meters dienen uitsluitend ter controle, dus ten «bate der gemeente, en in de tweede plaats, omdat die huur «een groote factor is in de 'kosten voor de waterverbruikers, «een factor zoo groot, dat daardoor menigeen van aansluiting «aan de waterleiding wordt weêrhouden. «Uit een hygiënisch oogpunt, zoo meent die meerderheid, «is het gemeentebestuur geroepen het waterverbruik zoo «algemeen mogelijk te doen worden en derhalve alles in het «werk te stellen, wat de vermeerdering der aansluiting kan «bevorderen, voor zooverre althans de financieele zijde der «zaak zulks toelaat. «Zooals uit de cijfers der begrooting blijkt, kan de exploi- «tatie der waterleiding zeer gunstig genoemd worden en «bestaat er met het oog daarop geen ernstig bezwaar om «de meterhuur te doen vervallen, te minder, dewijl daardoor «bijna zeker de aansluitingen zullen toenemen en daarmede «de baten der waterleiding zullen stijgen." Antwoord. «Blijkens het verslag, heeft de meerderheid eener afdee- «ling zieli verklaard vóór het afschaffen van de huur der «watermeters. «Zooals den raad bekend is, moeten vóór 1 Januari 4897 «nader vastgesteld worden de voorwaarden van waterver- «strekking. Dit onderwerp zal tijdig aan de orde worden «gesteld met voorstellen van de betrokken commissie en een «uitvoerig toegelicht voorstel van een der bestuursleden, dat «dezelfde strekking heeft als door de bovenbedoelde meer- «derheid eener afdeeling is uitgedrukt. «Trouwens dit voorstel is niet te scheiden van de weldra «te behandelen en vast te stellen algemeene voorwaarden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 408