410 11 November 1:890. De heer Sassen wijst erop, dat in de- afilecling, 'waarvan spreker deel Uitmaakte, een der leden do aandacht op dézen post vestigde-en de opmerking maakte, dat het niet aangaat eene subsidie te ramendie nog in de lucht zweeft of de opbrengst van een verkoopwaartoe nog besloten moet worden. Met dit gevoelen heeft spreker zich vereenigd, tenzij uit het bekrachtigen van dezen post de conclusie moet worden getrokken, dat tot den verkoop dier inschrijvingen is beslotenwanneer eventueel de aangevraagde subsidie niet zou worden verleend. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit laatste de be doeling van burgemeester en wethouders weergeeft. Zonder bedenking wordt de betrokken post hierop goedgekeurd. «Volgnummer 50, hoofdstuk V, afd. 1, art. 1. Geldlee- Miing ter gedeeltelijke voorziening in de kosten van openbare werken «In verband met de uitgaven, vereischt voor het leggen «van trottoirs langs en het eventueel rioleeren van den «Tramsingel, behoort deze post, naar de meening van eene «afdeeling met 4200,en naar de meening eener andere «afdeeling met 6200,te worden verhoogd." A n t w o o r (1. «De geldleening zal moeten verhoogd worden «1°. met f 4600,voor het leggen van trottoirs aan den Tramsingel «2°. - 2349,- voor het rioleeren van dien singel: «3°. - 200,voor het maken van een tweede urinoir aan het Stationsplein «4°. - 450,— voor het aanschaffen eener nieuwe brand- kast ten dienste van den gemeente ontvanger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 410