ONTWERP.
28 November 1896.
Tegenwoordig de heeren J. ,T. L. TEYCHINÉ, mr. M. P.
M. VAN DAM, A. J. A. VERSCHRAAGE, W. G. H.
ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, J. A. VAN AKEN, A. J.
REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMANmr. Th. MATHON,
B. O! VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A.
REIGERSMAN, J. E. VREEDE, F. .1. M. HEIJLAEETS,
mr. P. BLOEMARTS en E. H. A. GULJÉ, burgemeester,
voorzitter.
Afwezig de heeren J. J. NELISSEN en mr. W. INGEN-
HOUSZ.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van liet verhandelde in de vergadering van 11 No
vember 1896, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van
het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk
zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor
lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen
in het midden heeft te brengen.
Dit niet liet geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergadering goedgekeurd en vast
gesteld.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde:
AIngekomen stukken.