■420 28 November 189(5. »een bedrag van 751.56 als rente van het verstrekt kapitaal »is moeten uitgekeerd worden; »dat, wil alzoo de bank, die vanwege de gemeente in het «kosteloos genot gesteld is van een gebouw en directeurs woning, niet met verlies werken, het noodzakelijk is den »rente-tax op twaalf ten honderd voor alle panden te be- «houden heeft besloten: «den rente-standaard in de bank van leening te Breda »bij voortzetting vast te stellen op twaalf ten honderd per «jaar voor alle beleende panden. »Dit besluit zal aan de gedeputeerde staten der provincie ^Noord-Brabant worden ingezonden, ten einde daarop de «goedkeuring der hooge regeering te verkrijgen." De heer Van Dam vraagt eenige inlichtingen, betrekking hebbende op het door de gemeente aan de bank van leening verstrekte voorschot en de daarvoor door die bank verschul digde rente. De voorzitter zegt, dat volgens een vroeger genomen raadsbesluit door de gemeente aan de bank van leening een crediet is toegestaan van 25000,met bepaling, dat de bank daarvoor cene rente zal betalenberekend tegen 4 0/0 'sjaars. Van dit crediet wordt geen hooger bedrag opge nomen dan voor de administratie der bank noodzakelijk is. De renteberekening geschiedt volgens rekening-courant, omdat in den loop des jaars meermalen terugbetalingen plaats hebben van de som, in voorschot verstrekt, en waarvan het gevolg is, dat de rente niet steeds over een vol jaar ver schuldigd is. De heer Van Dam dankt den voorzitter voor de verstrekte inlichtingen. De heer Bloemarts erkent, dat de omschrijving van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 420