28 November 1896. 427 «Het plaatsgebrek voor leerlingen die aanspraak hadden sop kosteloos onderwijs, openbaarde zich, zooals wij reeds »in ons vorig prae-advies deden opmerkenin de school aan »de Nieuwelmizen. Daarin het volkrijkste gedeelte der «gemeente, waren gecnc andere scholen gevestigd. Thans is »er, zooals hiervoor omschreven is, eene bijzondere school «voor jongens reeds opgericht en eene voor meisjes zal er »weldra geopend wordenbeide scholen voor onvermogenden. «In de school voor kosteloos onderwijs aan de Kloos- ter laan (Boschstraat) was dan ook nooit plaatsgebrek. «Integendeeldie school is eene achtklassige en kan 420 «leerlingen bevatten, doch er waren er op 15 Januari 1896 «niet'meer dan 360 en op héden 350, te weten 187 jongens «en 163 meisjes. «Met alle deze gegevens voor oogenverbieden o. i. de «omstandigheden te verklarendat nu reeds het oogenblik «gekomen is, om van gemeentewege eene derde school voor «kosteloos lager onderwijs te stichten. Afgewacht moet «worden, wat de naaste toekomst leeren zal, en wij her shalen, wat wij reeds' in ons vorig prae-advies schreven, «dat de verlangde derde openbare school voor kosteloos «onderwijs wel eens al heel spoedig zou kunnen blijken «geheel overbodig te zijn. Aan die eventualiteit mag zich «o. i. de gemeente, met het oog op hare geldmiddelen, niet «blootstellen. «In dien zin hebben wij de eer U in overweging te geven «aan hoeren gedeputeerde staten te antwoorden." De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. Niemand hierover het woord verlangende, stelt de voor zitter voor om, overeenkomstig den inhoud van gemeld prae-advies, het hicrbedoeld schrijven van hoeren gedepu teerde staten te beantwoorden. Waartoe zonder bedenking besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 427