428 28 November 1896. '10. Schrijven van burgemeester en wethouders, d.d. 23 November 1896, n°. 1100, betrek! <ing hebbende op eene voorgenomen reorganisatie der gemeente-beplantingen en luidende als volgt: «Bereids hadden wij de eer aan. ieder uwer leden toe te «zenden een afdruk van het rapport tot reorganisatie der «gemeente-beplantingen, opgemaakt, op ons verlangen, door «den opzichter dier beplantingen. «Het scheen ons meermalen toe, zoowel bij de bezichti- «ging van de beplantingen als bij de besprekingen daarover, «dat het gemis van een vast, afgerond plan, waarnaar nu «en in de toekomst zou gewerkt worden, afbreuk deed aan «de noodige eenheid en regelmatigheid m de beplanting. «Om in die leemte te voorzien, is het voorbedoelde plan «ontworpen, dat, naar wij meenen, aan het doel zal beant- «woorden en wij diensvolgens gaarne aan uwe goedkeuring «onderwerpen." De voorzitter stelt dit rapport aan de orde. De heer Bloemarts wijst erop, dat in het rapport ook sprake is van de beplantingen in de Kloosterlaan. Spreker- wil zich niet als deskundige opwerpen, doch wenscht toch m het midden te brengen, dat bij de behandeling der ge meente-begrooting in de afdeelingen de beplanting in die laan werd ter sprake gebracht. De aandacht werd erop gevestigd dat die straat, als rijweg, te smal zou worden, wanneer die later geplaveid werd en de middenrij hoornen alsdan behou den bleef. Nu in het rapport daaromtrent niets is vermeld,' wil spreker in overweging geven de middenrij boomen inde Kloosterlaan geheel te doen rooien. De heer Van Dam vraagt, of dan ook niet de naam van de straat zal moeten veranderd worden. Zij verliest daardoor het karakter van «laan".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 428