'28 November 1890. 435 Art. 3 te lezen j)Elk perceel heeft eene afzonderlijke spruitleiding. Uit- «zonderingen hierop regelt de directeur in overleg met bur gemeester en wethouders. vAls een perceel worden aangemerkt alle vertrekken en oppervlaktendie met elkander gemeenschap hebben. vEen bovenhuis, hebbende een gemeenschappelijken toe- vgang met het benedenhuis, wordt als een afzonderlijk operceel beschouwd. DÜe perceelen, bedoeld bij art. 15tarief A kunnen eene gemeenschappelijke leiding hebben. »Art. 4. in den 5dun regel te doen wegvallen de woorden y> Tegen afgifte van ontvangbewijs. »Art. 5, 0do ala. (blz. 3) te lezen vOver het verschuldigde wordt door den gemeente-ont- vvanger beschikt; wordt dit niet voldaan bij de eerste aanbieding der kwitantiedan kan de betaling nog binnen vacht dagen ten kantore van den gemeente-ontvanger plaats vhebbcn. »De volgende alinea's van art. 5 te doen wegvallen. (Ver- gelijk art. 19.) »Art. 7 wordt overgebracht bij art. 17, dat gewijzigd is. »Art. 13. Laatste alinea te lezen: »De keuze van het punt van aansluiting van de te bezigen vbuis of kraan en van de plaats van den meter is uitslui- vtend aan den directeur. »Bij te voegen: vDe gemeente is niet gehouden tot eenige vergoeding van vschade bij den aanleg veroorzaakt. »Art. 14. Bij te voegen (blz. 7) nieuw punt 10.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 435