28 November 1896. 439 «verbruik per jaar geschat op eene hoeveelheid van 50 000 \R) «Nu zal het wel geen betoog behoeven, dat het niet billijk «is, dat de kosten van dat waterverbruik door de gemeente, «alleen ten laste komen van de particulieren, die van de «waterleiding gebruik makenzoodatbij het leveren van een «exposé, die kosten wel degelijk in rekening moeten ge- «bracht worden. Zou men wachten met 'eenige verlaging, «totdat, naar de cijfers in het gemeenteverslag vermeld, de «inkomsten ten volle de uitgaven dekten, dan kwam liet «door de gemeente verbruikte in werkelijkheid alléén ten vlaste van hen, die, tegen betaling, aan de waterleiding vzijn aangeslotenterwijl de niet aangeslotenen vrij liepen. Deventer, Kampen en Zutphen brengen daarom terecht «het gemeenteverbruik ten voordeele der exploitatie. «Wanneer men, zooals uit bijgaanden staat blijkt, het «cijfer ter totale onkosten deelt door het cijfer van het «nuttig verbruikte water, dan kost elke M3 water aan de «gemeente '19l/g cent. «Brengt men nu het door de gemeente verbruikte water «aan den kostenden prijs in rekening, dan blijkt, dat de vBredasche waterleiding in het tweede jaar van haar bestaan «slechts een werkelijk te kort had van f 744,625. «Volgens de begrooting 1896 is de exploitatiewinst begroot «op 12 403,30. Dat cijfer zal ongetwijfeld bereikt worden, «daar 1 Juli 1.1. het getal deelnemers reeds ver overtrof het «getaldat men in dit jaar had gehoopt te zullen verkrijgen. «De exploitatiewinst zal dus minstens f 3270.23 grooter «zijn dan over 1895. En wanneer men het door de gemeente «tot haren dienst verbruikte water in rekening brengt, zal «reeds eene som van ongeveer 2525,— tot aflossing dis- «ponibel zijn. «Over het dienstjaar 1897 is de exploitatiewinst geraamd «op f 15 000,of ongeveer 2600,meer dan over het «loopende dienstjaar. Dat dit geen geflatteerd cijfer is, wordt «hierdoor bewezendat op 22 September aan abonnementen «en meterverbruikers, de laatste gerekend naar het minimum

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 439