b. om te dier plaatse tot wederopzegging een uitgang in voornoemd park te mogen hebben. 1 Februari 1896. 45 hoogte als de thans bestaande heining te doen ver vangen en De heer Reigersman verlaat de vergadering. De voorzitter stelt voor het adres ter visie te leggen voor de leden. De heer Van Hal wijst er op, dat het adres reeds ter visie heeft gelegen en bovendien op de agenda is vermeld, zoodat het, naar sprekers meening, zeer goed voor behande ling vatbaar is. Overeenkomstig het verlangen van den vorigen spreker, stelt de voorzitter het adres alsnu aan de orde. De heer Van Hal zegt, dat hij het terrein in oogenschouw heeft genomen. Een nieuwe muur ter bedoelde plaatse zou f 300,kosten, terwijl de heining in zoodanigen staat verkeert, dat die nog wel 20 jaren kan staan. Het komt spreker voor, dat men voorzichtig met de gelden der ge meente moet omspringen, nog te meer, nu de fmancieele toestand niet al te rooskleurig is. Op deze gronden is spre ker van oordeel, dat op het verzoek, 0111 de bestaande heining door een steenen muur te doen vervangen, afwijzend moet worden beschikt. Wat evenwel het tweede gedeelte van het verzoek betreft, namelijk het maken van een uitgang, komt het spreker voor, dat dit niet mag geweigerd worden, omdat het onder gelijke omstandigheden vroeger aan de familie Smits en anderen is toegestaan. De uitgang kan worden gebezigd, zonder eenige beschadiging van planten of gewassen. Met dit gedeelte van het verzoek kan spreker zich derhalve vereenigen, mits de vergunning tijdelijk worde verleend en eene kleine retributie worde geheven. Verder wenscht spreker aan de te verleenen vergunning

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 45