19 December 1896.
459
zijn, wanneer de gemeente met de heffing dezer vergoe
dingen wenscht voort te gaan.
Het onderwerpelijke belasting-besluit met de ver
ordening op de invordering worden daarna zonder
bedenking goedgekeurd.
7. Adres in dato 15 December 1896 van mejuffrouw C.
W. I. M. Smeulders, onderwijzeres aan de eerste openbare
school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs in deze
gemeente, daarbij met ingang van 1 April 1897 eervol
ontslag verzoekende uit hare voornoemde betrekking.
Zonder bedenking wordt het gevraagde ontslag-
eervol verleend', met ingang van voornoemden
datum.
8. Benoeming van een lid der commissie voor het pen
sioenfonds van gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en
weezen te Bredabij periodieke aftreding op 31 December
1896 van den heer J. .1. Neltssen.
De voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan en
verzoekt den heeren wethouders Van Aren en Sciieltus als
stemopnemers te willen fungeeren.
De heer Rees vraagt, of de benoeming van het lid van
deze en die der volgende commission niet bij acclamatie
zou kunnen geschieden.
De heer Reigersman oppert hiertegen bezwaar, omdat het
benoemingen van personen geldt, welke benoemingen bij
besloten briefjes behooren plaats te hebben.
De heer Van Aken is voor eene benoeming bij acclamatie
omdat dit steeds gebruikelijk is geweest.