1 Februari 4896.
47
De voorzitter is van oordeel, dat de beslissing bij den
raad behoort.
De heer Teychiné verklaart, dat hij zich met het verleenen
der vergunning tot het maken en in gebruik nemen van
den gevraagden uitgang zeer goed kan vereenigen. Het
komt spreker evenwel wenschelijk voor, dat, tot erkenning
van eigendomsrecht, door den verzoeker jaarlijks eene recog
nitie aan de gemeente moet worden betaald. In dat geval
vindt men de zaak jaarlijks in de gemeente-rekening terug
en blijft ze alzoo beter gememoreerd. Anders worden die
vergunningen in het archief opgeborgen en zijn ze later
niet meer terug te vinden. Spreker acht het om die reden
mede niet ongewenscht, dat van alle dergelijke beschikkingen
jaarlijks eene recognitie werd geheven, al was het slechts
van 25 cent.
De meeste dier vergunningen zijn van zeer ouden datum,
zegt de voorzitter.
Daarin bestaat juist de aanleiding, om tot dien maatregel
over te gaan, meent de heer Teychiné. Op het Stadserf
vindt men dezelfde toestanden.
De heer Scheltus, zich aansluitende bij hetgeen door vori
ge sprekers in het midden is gebracht, vindt niet het minste
bezwaar om den gevraagden uitgang toe te staan, maar de
heining is, volgens spreker, nog goed genoeg.
Zooals den heer Rombouts uit de besprekingen blijkt,
geldt het hier geene erfdienstbaarheid voor de gemeente.
Toch is spreker van oordeel, dat het niet aangaat de ge
meente-eigendommen met dergelijke zaken te bezwaren.
Zulke vergunningen zijn het best te vergelijken met het
leenen van geld. Men weet wel, wanneer men het geeft,
maar niet, wanneer men het terugkrijgt. Spreker beschouwt
het beheeren der gemeente-eigendommen evenals het beheeren