58
29 Februari 1896.
4 Schrijven in dato 12 Februari 1896 van den heer
Jhr. mr. G. Six, houdende gelijk verzoek als boven.
De voorzitter stelt voor het ontslag aan heide verzoe
kers eervol te verleenen, onder dankzegging voor de vele
goede diensten, door hen in die betrekking aan de gemeente
bewezen, en burgemeester en wethouders te machtigen, om
in overleg met het college van regenten van het oude
mannenhuis de vereischte aanbeveling te doen ter voorziening-
in de daardoor ontstane vacaturen.
Zonder bedenking wordt hiertoe besloten.
5. Missive van de commissie van toezicht op het lager
onderwijs te Breda, gedagteekend 29 Januari 1896, daarbij,
ter voorziening in de vacaturen van leden dier commissie,
bij periodieke aftreding van de heeren Jhr. mr. G. Six, mr.
P. Bloemarts en H. A. Sassen, aanbevelende de volgende
tweetallen
1°. den heer Jhr. mr. G. Six, aftredend lid en 2°. den
heer mr. F. E. Pels-Rijcken.
1°. den heer mr. P. Bloemarts, aftredend lid en 2°. den
heer mr. W. IngenHousz.
1°. den heer H. A. Sassen, aftredend lid en 2°. den heer
A. J. A. Verschraage.
De heer Van Aken geeft in overweging om de aftredende
leden bij acclamatie te herbenoemen.
Niemand der leden zich daartegen verklarende,
wordt dienovereenkomstig besloten.
Zijnde alzoo tot leden der commissie van toezicht
oj) het lager onderwijs alhier opnieuw benoemd de
heeren Jhr. mr. G. Six, mr. P. Bloemarts en H. A.
Sassen en zulks voor den gewonen tijd van zitting.