29 Februari 1896.
59
I)e heeren Bloemarts en Sassen wenschen geacht te worden,
voor zooveel ieders benoeming aangaat, niet tot dit besluit
te hebben medegewerkt.
6. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting om,
behoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten van
Noord-Brabantin de gemeente-begrooting, dienst 1895, af te
schrijven van hoofdstuk VIII, art. 1, der uitgaven (onvoor
ziene uitgaven) een bedrag van ƒ41,25 en deze som over te
schrijven op hoofdstuk VII, art. 26 (provisie, porto's en
advertentiekosten der te Amsterdam, betaalbaar gestelde
coupons en uitgelote obligatiën der leeningen van 1886 en 1893).
Zonder bedenking wordt de voorgestelde wijziging
der begrooting, dienst 1895, goedgekeurd.
7. Missive van burgemeester en wethouders, daarbij onder
aanvoering van redenen, voorstellende:
1°. aan de betrekking van commissaris van politie in deze
gemeente te verbinden eene jaarwedde van ƒ2000,
2n. te besluiten, dat stappen bij de hooge regeering worden
gedaan om te verkrijgen, dat de bedoelde wedde op
den vorenstaanden grondslag worde geregeld.
De voorzitter vraagt, of de raad bereid is dit voorstel
in behandeling te nemen.
De heer Scheltus heeft geen bezwaar tegen de voorge
stelde regeling, doch alvorens daartoe te besluiten, zou
spreker gaarne de beslissing van den nieuwen titularis willen
kennen in zake de al of niet deelneming aan het pensioenfonds
van gemeente-ambtenaren.
De voorzitter verklaart, dat deze beslissing hem onbekend
is. De commissaris van politie heeft drie maanden tijd om
zich te verklaren bovendien bestaat het vooruitzicht, dat de
commissarissen van politie eerlang zullen gerangschikt worden