64 29 Februari d896. De voorzitter geeft in overweging dit adres te stellen in handen van burgemeester eu wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 9. Adres in dato 22 Februari 1896 van den heer C. F. Loder, in zijne hoedanigheid van directeur der Zuider-Stoom- tramweg-maatschappij te Bredawijziging verzoekende van de beschikking genomen op zijn adres in dato 31 October '1895 tot den aanleg van tramsporen op het Stationsplein te Breda, in verbinding met de lijnen van de Zuid-Neder- landsche Stoomtramweg-maatschappij De voorzitter stelt voor, dit adres eveneens te verzen den naar burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer Bloemarts kan zich met dit voorstel wel vereeni gen, doch wenscht aan burgemeester en wethouders in over weging te geven, om de inlichtingen, welke door dat college ten opzichte van het adres zullen worden ingewonnen, aan den raad schriftelijk over te leggen. Bij de behandeling van het vorig adres was het punt omtrent het doode spoortje, waarop adressant terugko nt, eenigszins in het duister geble ven. Eene onbeperkte communicatie ter bedoelde plaatse acht spreker evenwel niet gewenscht. De voorzitter verklaart, dat aan het verzoek van den vorigen spreker zooveel mogelijk zal worden voldaan. De heer Bloemarts wenscht nog te doen opmerken, dat het prae-advies op het eerste adres alleen bestond uit de concept-voorwaarden der vergunning. Het tweede punt was daarop doorgehaald zonder eenige andere aanduiding dan dat het vervallen was, zoodat de schijn bestond, alsof dit verzoek door den adressant wis losgelaten. Spreker wenscht derhalve dat de behandeling van het adres tusschen burgemeester en wethouders en den verzoeker schriftelijk ter kennis worde gebracht van den raad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 64