'29 Februari 1896. 65 Het door den vorigen spreker bedoelde punt, betrof de aanvrage tot het maken van een zijspoor, zegt de voor zitter. Daartegen hadden burgemeester en wethouders zich verzet, omdat het berijden van dergelijke sporen steeds gevaar oplevert. De heer Schfxtus, zich aansluitende bij hetgeen door den heer Blöemarts is in het midden gebracht, zou nog in over weging willen geven, om de ontwerp-voorwaarden vooraf ter kennis te brengen van den adressant. Zoo nood.g, kunnen dan te voren nog eenige mondelinge besprekingen plaats vinden. De heer Reigersman wijst er op, dat de adressant hij zijn vorig adres ook de vergunning had gevraagd tot den aanleg van een dood spoortje in noordwestelijke richting van de thans bestaande tramlijn. Bij de beschikking is daarop niet geant woord en nu komt het spreker voor, dat de verzoeker daarop wel eenig recht had, hetzij de beslissing gunstig, ofwel af wijzend luidde. De voorzitter zegt, dat bij de behandeling der zaak door burgemeester en wethouders, de wenschen der vergadering, zooveel mogelijk, in het oog zullen worden gehouden. Zonder bedenking wordt daarna overeenkomstig bovengenoemd voorstel va den voorzitter besloten. 10. Prae-advies van burgemeester en wethouders in zake het rapport der bouwcommissie, opgenomen in de raadsno- tulen van 1 Februari 1896, omtrent de wijze van besteding van openbare werken. Dit prae-advies is van den volgenden inhoud »Door de bouwcommissie is U in Uwe zitting van 1 Februari >)1.1. in overweging gegeven, zoo daartegen bij burgemeester »en wethouders geene administratieve bezwaren bestaan, vier Mlaarbij opgenoemde werken, bij wijze van proef, niet enkel »in perceelen, maar ook in massa aan te besteden, waardoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 65