'29 Februari 1896. 69 rigen zoon Johannes Jacobus Meeren, ongeveer 95 centiaren grond van het perceel, kadastraal hekend gemeente Breda, sectie B, n°. 4213, deel uitmakende van de openbare straat, ge naamd »de KloosiéïUan", voor eene som van drie honderd tachtig gulden; aan Joiian Clemens Raming, winkelier te Breda, ongeveer 5 aren '2 centiaren grond van het hiervoor genoemd perceel, voor eene som van twee duizend en acht gulden; aan Johannes van Tilburg, winkelier te Breda, ongeveer 1 are 8 rein aren grond van hoven- genoemd perceel, voor eene som van vier hon derd twee en dertig galden; en aan Louis Verpalen te Breda, ongeveer 6 aren 6 centiaren grond van meergenoemd perceel, voor eene som van twee duizend vier honderd vier en twintig gulden. Een en ander onder de volgende voorwaarden dat de koopers sub a zullen gehouden zijn, om den door hen gekocliten grond door een land meter van het kadaster te hunnen koste te doen uithakenen en door piketpalen te verze keren dat de koopers sub a zich verbinden, om binnen één jaar na de onderteekening der koopakte op den gekochten grond een steenen gebouw te stichten, waarvan de naar de open bare straat gekeerde gevel, welke op de nieuwe rooilijn moet worden gebouwd, geene mindere hoogte dan 8 meter hoven de kruin der straat mag hebben, of wel het terrein langs de open bare straat en langs de noord-westzijde af te sluiten met een steenen muur, hoog minstens 2 meter hoven de kruin der straat;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 69