'29 Februari 1896. dat de koopers sub b en d zich verhinden 0111 binnen één jaar na de onderteekening der koopakte op den gekochten grond aaneengesloten steenen gebouwen te stichten, waarvan de naar de openbare straat gekeerde gevels, welke op de nieuwe rooilijn moeten worden gebouwd, geene mindere hoogte dan 8 meter boven de kruin der straat mogen hebbenterwijl de ko .per sub c binnen twee jaren na de onder teekening der koopakte tot de stichting van een steenen gebouw onder dezelfde bepalingen gehouden is; dat door de koopers of hunne rechtverkrij genden op den gekochten grond nimmer ach terwoningen, bergplaatsen van lompen, beenderen of andere voor de gezondheid schadelijke stoffen worden opgericht; dat door de koopers of hunne rechtverkrij genden op den gekochten grond noch in de op dien grond te stichten gebouwen het bedrijf van herbergier, koffiehuis-, bierhuis-, logement houder of dergelijke mogen worden uitgeoefend dat, wanneer de koopers of hunne rechtver krijgenden aan één der hiervoor gestelde voor waarden niet mochten voldoen, na te hunnen koste in gebreke te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete zullen verbeuren van één gulden ten behoeve der gemeente dat de betaling der kooppenningen zal ge schieden bij de onderteekening der akte ten kantore en tegen kwitantie van den gemeente ontvanger en dat de kosten van zegels, leges, registratie, overschrijving in de openbare registers en alle andere op deze verkooping vallende, ten laste zijn der koopers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 70