09 Februari 1896. 73 2. Door den heer Scheltus wordt, namens het bestuur van het pensioenfonds der gemeente-ambtenaren en bedienden te' Breda, uitgebracht het volgend rapport: «Onder dagteekening van 4 Februari 1896, nft. 141, werd, «ingevolge raadsbesluit van '1 Februari te voren, door bur- «gemeester en wethouders in handen van het bestuur van het «pensioenfonds van de gemeente-ambtenaren, enz. gesteld «een adres met bijlagen van Cornelïs Antonius Kroes, «eervol ontslagen gemeente-bediende, daarbij verzoekende «om, onder toepassing van de eerste zinsnede van artikel 6 «der verordening tot regeling der pensioenen van de gemeente sambtenaren en bedienden, in het genot van pensioen te «worden gesteld. «Burgemeester en wethouders noodigden daarbij dat bestuur «uit omtrent het verzoek een beredeneerd verslag, als bedoeld «bij art. 29 van de zoo even aangehaalde verordening, aan «den raad uit te brengen. «Voldoende aan die uitnoodiging, heeft het bestuur van het «pensioenfonds de eer den raad te berichten, dat aan C. A. «Kroes voornoemd, op het daartoe door hem gedaan verzoek, «bij besluit van den burgemeester, d.d. 21 November a°. p°. «eervol ontslag is verleend uit de betrekking van keurmeester «van slachtvee en vleesch in de gemeente Breda, en wel met «ingang van 1 Januari d. a. v. «Op laatstgenoemden datum had Kroes geboren 22 «Aug. 1819 den leeftijd van 65 jaar overschreden en was «hij 14 jaar en 1 maand in dienst der gemeente, zijnde hij «eerst na zijn 18llc levensjaar in dien dienst getreden. «De bescheiden, genoemd in artikel 12 der verordening, «zijn door adressant, voor zooveel n >odig, overgelegd. «De geneeskundige verklaring van December 1895, sluit de «toepassing van artikel 6 dier verordening waarop adres ssant zich beroept uit, doch doet hem in de termen vallen «van artikel 5.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 73